vrijdag 28 december 2018

Mission Beach - Edmund Kennedy track

Omdat we maar twee nachten hier zouden blijven, besloten we de volgende dag niet naar Dunk Island te gaan, maar van de natuur in Mission Beach zelf te genieten. Er zijn verschillende wandeltrajecten die de moeite waard zijn. De Edmund Kennedy-trail aan de zuidkant van het dorp voerde over een pad, dat afwisselend door het regenwoud - soms laaggelegen, soms hoog op de rotsen boven de zee - en over het strand liep. Bij het startpunt zagen we een zwarte reiger en deze vogel, waarin ik een soort ruiter (?) zie.
De track voert in het begin over een mooi aangelegde boardwalk, verderop wordt het pad iets natuurlijker. In de verte zagen we Tam O'Shanter Point en de voor de kust gelegen eilanden.


Lovers Beach, een idyllisch plekje.


Weer en wind hebben prachtige houtsculpturen gemaakt en geven een mooi inkijkje. Het regenwoud was ook hier indrukwekkend en reikte tot op het strand met een rijke variatie aan woudreuzen, struiken, slinger- en klimplanten. bomen en struiken met nauwelijks opvallende bloeiwijzen tot fel gekleurde kelken, waar prachtige vlinders, libelles en andere insecten en vogels als honingeters op afkwamen. Libelles en vlinders fladderden bedrijvig rond, maar bleven zelden even zitten voor een plaatje. Vogels in het bos met zijn hoge kruinen en dichte onderbegroeiïng zijn ook lastig te spotten, als je niet precies weet waar je ze zoeken moet. Kasuarissen en wallaby's hebben ons pad helaas niet gekruist, maar deze kun je hier wel degelijk tegenkomen.









We hadden geluk dat het eb was. Er loopt een pad door het bos voor als het hoog water is, maar het is heel leuk om langs het strand te lopen. Aan de ene kant de mooie eucalyptusbossen, aan de andere kant de blauwe zee, waar we misschien wel schildpadden, doejongs (soort zeekoe), dolfijnen of zoutwaterkrokodillen zouden kunnen zien. Die laatste vormen overigens wel een bedreiging om je van het echte pootje baden af te houden. Maar het was heerlijk om langs het strand te banjeren en te kijken wat we daar allemaal tegenkwamen.


Zo was er een flinke strook met aangespoelde kleine visjes. Blijkbaar waren er nog genoeg over, want een hele kolonie sterns was boven zee op jacht en nam af en toe een rustpauze op het strand. We vonden een prachtige schelp op een stuk hout of zo, maar de schelp nam plots een loopje met ons: er bleek een heremietkreeftje in te zitten. Kleine krabbetjes graven zichzelf holletjes in het zand en maken daarmee de mooiste patronen. Kleine schelpjes en brokjes koraal lagen hier en daar, maar in geringe mate.





Hibiscus met fraai rond blad en gele bloemen.


Bij deze bloemen denk ik meteen aan winde.
Beach morning glory of goat foot behoort dan ook tot de windefamilie (Ipomoea) en komt algemeen voor langs de tropische kustenZe behoren tot de pioniersplanten die zich als eerste wortelen op de duinen, met name op de hellingen die naar de zee zijn toegekeerd en op de overgang van duin naar strand. Ze kunnen goed leven in zilte omstandigheden, de zaden kunnen drijven en zijn zoutbestendig, het leerachtige blad is stevig en de lange uitlopers houden met hun wortels het zand vast.








Een verre masked lapwing (maskerkievit), een vogel waarmee we in Cairns al hadden kennisgemaakt en die we gedurende onze hele reis regelmatig zouden tegenkomen.




Waar de Mije Creek op het strand uitkwam, kwamen we meteen in een andere biotoop: mangrovebossen. Deze kunnen alleen bestaan in tropische getijdegebieden, waar het zoute water de bodem overspoelt en verzilt.






Beneden ons onder het bruggetje zagen we in de blubberige bodem van de kreek overal holletjes. Die bleken bevolkt door grijze slijkkruipers en mooi gekleurde krabbetjes.
Slijkkruipers zijn baarsachtigen die zowel op het land als in het water kunnen leven. Via hun kieuwen en haarvaten kunnen ze ook op het land zuurstof tot zich nemen. We zagen hoe ze met hun borstvinnen over de blubberige bodem naar het water liepen, of liever gezegd hobbelden. De bolle ogen bovenop de kop, het zijn grappige beestjes.



Het pad voerde niet ver van de waterrand van de baai door bossen enerzijds en grasland anderzijds en het was duidelijk dat het hier niet altijd zo droog was als nu. 


De large fruited orange mangrove is zo'n boom die hier typisch thuishoort. Hij houdt van een goed doorlaatbare, wel wat modderige bodem zoals je die bij zoetwaterkreken aantreft, maar ook wat brak door regelmatige zoutwaterbaden bij hoogtij. Dat is hier allemaal aanwezig.
Van augustus tot februari verschijnen de komkommerachtige vruchten. Als deze rijp zijn, vallen ze af en worden de zaden verspreid door het opkomende water.



Orange Brush-brown, een vlinder die we regelmatig hebben gezien en die ook wel eens wilde gaan zitten; meteen de fraaie oranje-bruine vleugels dicht weliswaar, maar in ieder geval goed genoeg voor een plaatje. Voor het Tam O'Shanter Point moesten we weer even klimmen, maar daarna konden we van een geweldig uitzicht genieten. Door andere wandelaars (overigens een zeldzaam verschijnsel) waren we erop geattendeerd dat naast het bankje op het uitkijkpunt een nestje hing, waar de oudervogels regelmatig voedsel kwamen brengen.







Het leek een slordig stukje afval, dat daar aan de boom hing en het duurde een poosje voordat de vogels onze aanwezigheid blijkbaar vertrouwden en regelmatig af en aan vlogen. Het bleek het nestje van de olive-backed sunbird te zijn. Moeders met de gele borst leverde hier topprestaties, vader met het flitsende blauwe dasje kwam ook een keer een duit in het zakje doen.




Het pad kent vanaf dit uitzichtpunt een vervolg naar de Kennedy baai en nog verder, maar het gaat sowieso via dezelfde weg terug en we hadden geen idee hoeveel verder dat met klimmen en dalen te gaan was, dus wij zijn van hier weer teruggelopen. Dat is absoluut niet saai, want er vielen ons weer andere dingen op en we zagen weer andere dieren.



Niet alle blad is bruin.


Voor zover ik heb kunnen achterhalen is dit een Zodiac moth (Alcides metaurus); lijkt op een grote vlinder, vliegt overdag en leeft van nectar. Prachtig!






Lila bloeiende pongamia 


Red beach tree, een tak vlak boven de grond van deze boomsoort die zo'n 15 m hoog kan worden. Ook dit is een boom die wel wat zout verdraagt en die vaak wordt aangetroffen achter tropische stranden in de buurt van stromen met zoet water. 


Op de heuvel boven het uitkijkpunt schijnt een paar visarenden een nest te hebben. Dat hebben we niet ontdekt, maar we hebben ze wel boven de baai zien jagen.
Terug op het bospad waren er geen extra verrassingen meer, behalve toen Rob zei: blijf jij maar even staan, want ik geloof dat ik hier.......  Naast het pad, nauwelijks zichtbaar tussen het bladafval, zat zo'n joekel van een regenwoudspin. Hij hield zich dood, net zo bang voor ons als ik voor hem. Hoeveel van deze creaturen zijn we ongemerkt gepasseerd? Dit was een van de weinige dingen van het regenwoud die ik niet wilde weten, heb er onderweg ook niet op willen letten! Enfin, we hebben deze tocht ook weer overleefd en hoewel misschien niet zo spectaculair: wij hebben ervan genoten. Dood-hout-sculpturen, vlinders, vogels, onderkruipsels ......en tot slot nog een gekko, verstopt in een groen blad.... mooi!





En tot slot: Sea lettuce tree, een typische bewoner van de tropische stranden rond de Indische oceaan en de Pacific. Cassuary's eten de vruchten, maar daarvan zijn we geen getuige geweest.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Terugblik op onze Australië-reis

Op een vakantiebeurs en aan de keukentafel zetten we met TravelEssence begin 2018 onze eerste stappen op een gedroomde reis naar Austr...