dinsdag 14 mei 2019

Cape Otway en the Lightstation - natuur en cultuur


De oceaankusten van Australië tellen talloze vuurtorens en bakens, vele met een boeiende geschiedenis. In de smalle zeeëngte tussen Cape Otway en King Island, die wel "the eye of the needle" werd genoemd, moesten de vele schepen laveren tussen de rotsen aan weerszijden en dat hebben ze zeker niet allemaal met succes volbracht. Honderden mensen hebben de dood gevonden bij schipbreuken. In 1846 is begonnen met de bouw van deze vuurtoren, in 1848 was hij klaar. De slechte toegankelijkheid van de kaap, die omgeven werd door dichte regenwouden, bemoeilijkte het werk aanzienlijk. De lightstation van Cape Otway is de oudste, nog bestaande vuurtoren in Australië, en zeker een bezoek waard. Hij maakt deel uit van een cultuur-historische site met o.a. een telegraafstation, een radar bunker uit WOII en verschillende onderdelen uit de aboriginals cultuur.

De ontwikkeling van een telegraafnetwerk in Australië in 1854 betekende een revolutie in de communicatie over lange afstanden. Er was een begin gemaakt met een verbinding tussen Geelong en Melbourne. Op Cape Otway groeide de behoefte aan vlotte communicatie naarmate er steeds meer immigranten in deze regio aan land kwamen. In 1859 werd dit Telegraph Station gebouwd. Hierin werden niet alleen de telegraph operation rooms gehuisvest, maar ook de operators en hun families. Toen de onderzeese kabel naar Tasmanië het al na een half jaar begaf, is men overgegaan op het gebruik van seinvlaggen. Veel instrumenten, attributen en huishoudelijke gebruiksvoorwerpen uit die tijd zijn nog terug te vinden in het huis - van seinvlaggen en morsesleutel tot schoolbank en huisorgel. Foto's en toelichtingen verlevendigen het geheel en geven enig inzicht in het werk en leven op deze afgelegen plek. Reuze boeiend, wij hebben enige tijd doorgebracht in het huis voordat we doorliepen naar de vuurtoren.




Tot 1994 heeft de vuurtoren dienst gedaan, 91m boven zeeniveau, 20m hoog en zichtbaar tot zo'n 26 zeemijlen uit de kust.
Vanaf de kaap of de vuurtoren zelf heb je een fantastisch uitzicht over de ruige oceaankunst.









Uitzicht op de "Heritage buildings". In 1848 werden ook het huis voor de vuurtorenwachter en een werkplaats gebouwd. Het huis omvatte 3 slaapkamers, een keuken, een voorraadruimte, en een zitkamer en was niet alleen voor de vuurtorenwachter zelf en zijn familie (vrouw en 9 kinderen!), maar ook voor diens assistent(en) bedoeld. Dat was dus een enigszins oncomfortabel samenlevingsverband! Het Assistent Lightkeepers huis dat in 1859 is gebouwd, doet nu dienst als café.


Op een hoger gelegen deel staat een bunker uit de WOII, die deel uitmaakte van een geheim  radarnetwerk langs de Australische kust. Van mei 1942 tot september 1944 was de radar in deze bunker operationeel. Opnieuw vonden we een stuk geschiedenis en veel informatie over de oorlog in dit deel van de wereld, waar we in Europa niet dikwijls bij stilstaan.



https://www.lightstation.com/explore/whale-watching/


Cape Otway is centraal gelegen in het Gadubanud land, waar van oudsher 5 clans leven die deel uitmaken van de Gundidjmara Language group van zuidwest Victoria. Met de rijkdom aan voedsel- en hulpbronnen in deze regio gaat bewoning tot ver in de geschiedenis terug en dat maakt deze plaats van grote culturele en archeologische betekenis. Op de website van Cape Otway wordt daar iets meer over verteld. Tijdens een presentatie in de meeting hut leerden wij nog meer over de organisatie, de communicatie, leefwijzen en tradities van de indigenous people. 
Lange tijd heeft men de aboriginals als primitief beschouwd, maar dat lijkt ons toch een flinke onderschatting, waaraan allicht veel onbegrip vanuit onze westerse leefwijze ten grondslag heeft gelegen. In ieder geval is de oorspronkelijke bewoners van dit continent veel leed en onrecht aangedaan. Hoewel we het verhaal niet mooier hoeven te maken dan het is, is er gelukkig tegenwoordig meer respect en begrip voor de aboriginals en hun tradities en leidt dat op plaatsen als deze tot samenwerking en bescherming van de heilige plaatsen en natuur.

Na ruim 3 uur verlieten we het park en hebben we nog een korte wandeling gemaakt richting de begraafplaats. Dat leverde een bijzondere ontmoeting op.


Dit soort grassen zijn een belangrijke voedingsbron voor de aboriginals


















Op het Australische continent hebben oeroude dieren als de platypus en de echidna kunnen overleven als enige van de cloacadieren, eierleggende zoogdieren. De platypus hadden we in de Atherton Tablelands gezien, nu kwam - letterlijk - een mierenegel op ons pad. De echidna is zowel overdag als in de avond actief, maar is tussen grassen en bossages niet gemakkelijk te vinden. Dit beestje evenwel liep doodgemoedereerd langs het pad naar eten te zoeken, was absoluut niet bang en toen we er rustig voor gingen zitten, naderde het ons tot op nauwelijks twee meter.
Ik weet niet of hij ons kon zien met die kleine kraaloogjes. Echidna's moeten het vooral van hun oren en hun reukvermogen hebben. Geholpen door hun gevoelige snuit, ontdekken ze zo hun voedsel, dat vooral uit larven en wormen bestaat. We konden goed zien hoe het beestje met zijn korte, maar stevige voorpoten met lange nagels holletjes in de grond groef om daar vervolgens eens lekker z'n neus in te steken.


Het viel me op dat de achterpoten, of in ieder geval een grote gebogen nagel of klauw, naar achteren gebogen stonden. Dat is geen vergroeiïng, maar met deze klauw kan de echidna tussen de stekels op zijn hele lijf komen om zijn pels te ontdoen van ongedierte. Ik kan het niet nalaten nog een paar foto's te plaatsen. Het was voor ons toch een one's in a lifetime dat we zo'n bijzonder dier voor de lens kregen.



Op de heenweg over de kaap waren ons de vele dode bomen op een vrij lang traject al opgevallen. het bood een wat onwerkelijk gezicht, die totaal kale, witte skeletten tussen het overige groen. Bij het park gaf een informatiebord antwoord op de vraag: hoe? Het schijnt een vrij complex geheel van oorzaken te zijn, waaronder niet brand, maar juist het ontbreken van branden, veranderingen in de onderbegroeiïng en de vraat van blad-etende dieren. Dus ja: koala's die hier veel voorkomen en gek zijn op het blad van juist deze eucalyptussoort: de manna gumtree. De koala's eten ook wel van enkele andere soorten eucalyptus, maar de manna gum is dé koalaboom. Het verdwijnen van de (weinig voorkomende) manna gum bossen zou dus ook een bedreiging voor de koala's kunnen worden. Men doet dan ook moeite om het fragiele ecosysteem te herstellen.



Wij vonden onderweg nog verschillende koala's, die zich de eucalyptusblaadjes goed lieten smaken, en konden daar voor een laatste keer nog eens van genieten.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Terugblik op onze Australië-reis

Op een vakantiebeurs en aan de keukentafel zetten we met TravelEssence begin 2018 onze eerste stappen op een gedroomde reis naar Austr...