zaterdag 23 maart 2019

Van Tintinara naar Halls Gap

Maandag vervolgden we onze tocht - ruim 300 km naar de Grampians - over dezelfde weg, de A8. De schapen en koeien maakten steeds meer plaats voor landbouw, de grote vrachtwagens met dubbele aanhangers vol schapen voor hooiwagens, bedrijven met grote landbouwwerktuigen, graansilo's en -verwerkingsbedrijven. De grote constante was de spoorlijn die steevast naast de snelweg liep. Op een gegeven moment werden we ingehaald door een trein waaraan geen eind leek te komen. Hij ging wel niet zoveel sneller dan wij maar het duurde bijna een kwartier voor we de laatste wagon zagen. Veel containervervoer. Eenvoudige boerendorpen als spaarzame lintbebouwing langs de weg, sommige simpel en weinig aantrekkelijk, andere fleuriger en levendiger.
Het leven wordt soms tot kunst verheven; gisteren konden we ons vergapen aan de kunstig beschilderde silo's, vandaag aan de sheep-art in Kaniva. Dit aardige stadje nodigde ons met z'n historische gevels en bloeiende bermen uit voor een korte stop om de benen te strekken. De grote
windmolen bleek symbool te staan voor het water dat in deze streek ruimschoots aanwezig is.
Kaniva mag er dan fleurig uitzien, via informatieborden in het parkje en bij het postkantoor werden wel de alarmbellen geluid voor de natuur. Bij Tintinara noemde ik al de grootschalige ontginning van het land eind 19e eeuw, waardoor het grootste deel van de bijzondere eucalyptusbomen (Red Mallee) is verdwenen. Resterende bomen worden nu ook bedreigd door de inzet van de enorme, breedarmige sproeimachines, waarvoor de landerijen volkomen boomloos moeten zijn.
De red-tailed black cockatoos zijn afhankelijk van deze bomen en worden hier dus in hun voortbestaan bedreigd.
Wij genoten maar even van het parkje en de vogels en vlinders die zich daar wel bevonden voor we weer op weg gingen.





Het liep tegen het middaguur toen we in Nhill een zeer verleidelijke bakker vonden, waar we een overheerlijk pasteitje en een kopje koffie op het terrasje hebben genuttigd. 11-11 is in Australië Liberation day en voor het oorlogsslachtofferfonds werden overal in winkels en op straat poppy-artikelen verkocht. Wat achtergrondinformatie en een papaversleutelhanger rijker slenterden we nog even door het stadspark. Daar werden we gespot door een oudere heer die graag een praatje met ons aanknoopte. Over de economie in deze plaats: de overslagplaats van de goederentrein, waar voorheen 70 mensen van afhankelijk waren, was opgeheven - de trein stopt hier niet meer. Het internet vervangt personeel en zo loopt de economie in zo'n plattelandsplaats achteruit. De belastingen en tarieven gaan omhoog, zijn pensioen niet. Waar kennen we het van?
Maar welgemoed nam hij afscheid en wij gingen na onze wandeling en inkopen in de grote supermarkt weer verder.


In het park troffen we niet alleen oorlogsmonumenten aan, maar ook een herinnering aan de koloniale tijd en een ode aan het trekpaard: "let all who stand here know that a major part of Australia's development was due to the toil of the faithfull draught horse"



We waren blij toen we de eentonige snelweg konden verlaten en konden gaan genieten van het mooie landschap naar Halls Gap. Toen we het dorp inreden sloeg ons echter de schrik om het hart: het leek wel een wintersportdorp (in zomerkleed) zo druk als het hier was. Campings en parkeerplaatsen vol, hordes mensen en lange rijen voor die aanlokkelijke ijscobar. Het bleek een gevolg van de Melbourne Cup op dinsdag, waardoor iedereen een lang weekend had. Voor de inwoners van Melbourne zijn de Grampians niet ver weg en een populaire bestemming. De drukte zou de volgende dag al langzaam oplossen.




Gelukkig vonden wij ons verblijf iets buiten het dorp in een oase van rust. Nou ja, rust...... als je de papegaaien en kaketoes niet meerekent!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Terugblik op onze Australië-reis

Op een vakantiebeurs en aan de keukentafel zetten we met TravelEssence begin 2018 onze eerste stappen op een gedroomde reis naar Austr...