Foto's onderweg zijn door de autoruiten genomen, dus niet mooi, maar goed genoeg voor een impressie.
Een weidser landschap met heuvels en ook meer veeteelt dan aan de kust. Wel kregen we na een aantal attentieborden het gevoel dat wijn dodelijk moet zijn, dat was wel een domper. Gelukkig is er dan weer de thee en koffie van de vele plantages die in de tablelands te vinden zijn.
Ongeveer halverwege onze route op de Palmerston Highway was Mamu Tropical Skywalk. Daar hebben we de auto een break gegeven en onszelf getrakteerd op een uitstapje. Het werd geen hemelse belevenis, maar wel een mooie ervaring om van onder tot boven in het tropisch regenwoud te wandelen. In 2006 en 2011 hebben twee stevige cyclonen dit deel van Australië getroffen, waardoor ook een deel van het regenwoud tegen de grond is gegaan. Daardoor ontstond de ruimte in het gewoonlijk dichte woud om de paden (over de oude forest tracks), de skywalk langs de helling en de uitkijktoren tot boven het bladerdak te maken. Veel informatie via mooie presentatieborden en een audiotour over de plaatselijke Mamu aboriginals, de betekenis van het woud voor hen, de gevolgen van de cyclonen voor het regenwoud en de indrukwekkende vegetatie hebben ons een poosje van de straat gehouden. De website van Mamu geeft overzichtelijke informatie over de geschiedenis van deze regio, de skywalk zelf en flora en fauna.
Honderd jaar oude woudreuzen zijn geveld door orkaan Larry.
We staan hier op de canopy walkway ongeveer halverwege de Great Escarpment, zo'n 30 km van de kust op een hoogte van ca. 330 m. 30 km westwaarts ligt Millaa Millaa op 755 m hoog in het Atherton Tableland.
De canopy walkway bevindt zich op de zuidrand van de North Johnstone River gorge, die we hier ruim 100 m beneden ons zien. De rivier komt van het Atherton Tableland en stroomt door het escarpment door dit diepe ravijn naar de kustvlakte, waar hij bij Innisfail samenvloeit met de South Johnstone River.
Bomen vormen het geraamte van dit regenwoud. In hun strijd om het beste plekje in het zonlicht groeien woudreuzen tot 25 m en vormen daar met hun kruinen een dicht bladerdak, waar weinig zon nog doorheen komt. Sommige bomen weten zich daar individueel nog bovenuit te werken tot wel 30 m hoogte. Hoge kale stammen, dicht bladerdek dat weinig zon doorlaat. Daardoor krijgen lagere planten geen kans en blijft de bodem kaal, totdat er door een storm een gat wordt geslagen in dat bladerdak en andere soorten of kleine boompjes (soms wel 20 jaar oud, maar nooit een kans gehad) zich kunnen ontwikkelen.
Schaduwminnende epiphyten, zoals de mandjesvarens en vogelnestvarens, die we al eerder hebben gezien bij Kuranda, groeien hier op de bomen. Epiphyten groeien zelfstandig, benutten het bladafval voor hun voedselinname en berokkenen hun gastheerbomen geen schade. Dat geldt niet altijd voor de vele wurgficussen, waarvan de zaden - verspreid door vogels - ontkiemen op de takken van bomen. Ze groeien omhoog met hun bladeren op weg naar het licht, maar hun wortels groeien omlaag, hangend of slingerend om de stam van de gastheer, die op den duur als gevolg daarvan het onderspit kan delven. Als deze afsterft vormen de wortels van de ficus als een netwerk een soort holle kolom.
Vogels hebben we veel gehoord, maar die verscholen zich veelal tussen het blad en lieten zich weinig zien totdat we boven kwamen. Deze brown cuckoo dove was een prettige uitzondering. Prachtige vlinders in soms verblindende kleuren en verbazingwekkende formaten fladderden zo enthousiast (en vaak hoog) rond dat ook deze zich zelden door de camera lieten vangen. We hebben dit al vaker meegemaakt. In het regenwoud leven nog vele andere dieren, maar helaas hebben we deze niet ontmoet of niet kunnen ontdekken.
De uitkijktoren bood niet alleen een nabije blik op de top van het regenwoud, maar ook een weids uitzicht op de loop van de Johnstone river en de bergen van de Great Escarpment.
In de toppen van de bomen, in de kruinen van het bladerdak vonden we de vogels. Figbirds en honeyeaters, kraaiensoorten en een wegvliegende roofvogel, groene papegaaien nauwelijks zichtbaar tussen het groene blad maar hun aanwezigheid verradend met hun luide roep (een nieuwe op ons lijstje, vermoedelijk de scaly-breasted lorikeet) en mooi in het zonnetje een groep zwaluwen: de white-breasted wood-swallow.
Terug op aarde, waar allerlei andere organismen profiteren van het verpulverende hout.
Aan het eind van onze wandeling gunde deze vlinder:
New Guinea Rustic , ons nog een foto. Aardige afsluiting van een mooie wandeling. Wij vervolgden ons tocht en reden verder omhoog het tafelland in. Best veel verkeer en vooral zeer indrukwekkende vrachtauto's!
Onze volgende stop waren de alom bekende Millaa Millaa waterfalls. Behalve van een koele duik genieten, wat menigeen op deze mooie zaterdag deed, kun je hier een mooie rondwandeling langs maar liefst vijf verschillende watervallen op vrij korte afstand van elkaar maken. Maar aan het eind van de droogte periode zijn de watervallen tot watersluiers gereduceerd en bovendien moesten wij nog wat inkopen voor ons avondeten doen, aangezien Rose Gums afgelegen ligt.
Dus reden we na een kort bezoek aan deze waterval naar het dorp Malanda om wat proviand in te slaan. Dat bleek een wijs besluit, want achteraf hoorden we dat de winkels in Malanda al om 4pm sluiten. Het is een echt boerendorp en op het platteland begint het leven vroeg en hebben ze zo hun eigen levensritme.
In de Tablelands werden we verrast door de prachtig bloeiende jacaranda bomen.
Na een niet al te lange autorit door een mooi en afwisselend landschap bereikten we ons einddoel: Rose Gums wilderness retreat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten