donderdag 31 januari 2019

Fraser Island

Ons hele verblijf in Noosa was in feite in ons reisprogramma opgenomen voor een 2-daagse excursie (met 1 overnachting dus) naar Fraser Island. Deze was voor ons door Travelessence geboekt bij de Discovery Group. Het was dan ook zeer teleurstellend toen we in mei bericht kregen dat deze 2-daagse toer uit het programma was geschrapt en dat het een 1-dags excursie zou worden. We stelden onze verwachtingen stevig bij, maar het was duidelijk dat dit niet de beleving van dit bijzondere eiland zou worden die we voor ogen hadden gehad.
Om 05.30u werden wij voor ons resort opgepikt door een shuttlebus met onze driver/guide voor die dag. We waren de eersten en voordat we de andere gasten her en der in Noosa hadden opgehaald waren we een uur verder. Vervolgens reden we door Noosaville en Tewantin noordwaarts. Het landschap daarna was heuvelachtig, veelal agrarisch en groen, hier en daar grote percelen boomkwekerijen. Na ongeveer een uur rijden kwamen we bij een camping en recreatiegebied waar we overstapten in de 4WD Warrior. Daarna was het nog een tijd rijden voor we om 08.20 bij Rainbow Beach kwamen voor een korte break. Hobbelige zandwegen en vreselijk saai door eindeloze boomkwekerijen: kilometers lang rechte stammen, somber dichtopeen en gekapte, desolate open velden. Het werd stil in de auto, iedereen dutte een beetje weg of zat voor zich uit te staren.
Terwijl onze gids de banden op zandsterkte bracht, konden we even de benen strekken en een hapje en drankje kopen. Na deze opfrisbeurt waren we klaar voor de veerpont die ons vanaf Inskip Point naar Fraser Island overzette.




Fraser Island zag er veelbelovend uit, het grote avontuur kon beginnen.




Het was laag tij en dat liet maar een smalle zandstrook langs het water over. Daarom doken we de eerste de beste zijweg in die de duinen en het bos invoerde. Het belangrijkste kenmerk van Fraser Island is dat het een 100% zandeiland is, het grootste ter wereld. We waren niet het enige voertuig, dus dat deed nogal wat stof opwaaien, terwijl we over de hobbelwegen denderden. Je kunt dit natuurlijk heel spannend vinden, maar het kwam erop neer dat de eventueel aanwezige dingo's en andere dieren zich al lang en breed uit de voeten hadden gemaakt en dat er niet veel meer dan stof te zien was, terwijl wij lekker door elkaar werden gehusseld. Tenslotte kwamen we op het brede strand aan de andere van het eiland, waar we nog een eind langs en soms door het water gereden hebben voordat we bij een kreek (Gerowweea Creek) stopten voor een koffie/thee pauze.







Het was er hartstikke mooi en ik was graag een stuk de kreek ingelopen om er wat meer van te zien, maar na een klein half uurtje was het gedaan met het benen strekken en gingen we weer voort in ons stoere vehikel.




Na enige tijd doken we het land weer in op weg naar Lake McKenzie. Het landschap was boeiend, maar flitste aan ons voorbij. Bijzonder aan Fraser eiland is ook dat er nogal wat zoetwatermeren zijn en Lake McKenzie is wellicht het bekendste.




Het strand was oogverblindend wit, het water prachtig blauw en heerlijk koel. We hadden een half uur gekregen, dus na ons zwempartijtje was er nauwelijks tijd om nog even in deze prachtige omgeving rond te kijken. Zo jammer! Maar de lunch wachtte op ons. Overal wordt gewaarschuwd voor dingo's en er is dan ook een stevig omheinde picknickplaats waar de gidsen van een ander gezelschap de bbq's al lekker opstookten. Het water liep ons dus al in de mond, maar voor ons geen bbq en dus lieten we ons maar verrassen door een grote witte bol met gerookte-kip-salade en de restjes van de koffiecake. Die moest nog snel op ook, want een ander gezelschap zat al weer op onze plaats te wachten. Hup, in de auto. Ik verheugde me op onze boswandeling.





Bij Central Station, ongeveer in het midden van het eiland, kwamen we bij de Wanggoolba Creek. Het is een prachtige kreek die zich met super helder water over de zandbodem door het regenwoud slingert. Onze gids vertelde nog iets over de geschiedenis van Central Station en over een aantal bomen zoals de Kauri Pine, de Angiopteris Ferns en het gebruik van palmbladeren door de aboriginals. Toen mochten we het smalle pad langs de kreek volgen - bij elkaar blijven vanwege de gevaarlijke dingo's ! - ogen en oren open voor wat er te ontdekken viel; hij zou ons aan het eind van het pad opwachten met de auto.

 





 

Het moge duidelijk zijn, het ging mij te snel. Er was veel te weinig gelegenheid om naar dieren te zoeken en even rustig te genieten van bijvoorbeeld de machtige Satinay trees met hun prachtige roodbruine verticaal gekerfde basten. De groep was al weer vooruit. Na een klein uur waren we bij de auto en ving de terugtocht aan. Geen dingo gezien of gehoord, noch enig ander dier op één dragon na.










We hebben genoten van deze geweldige natuur, maar het was jammer dat het programma zo weinig tijd liet om ons er echt even in te dompelen. Voort ging het weer met een flink vaartje over de zandwegen, de bomen flitsten voorbij en na enige tijd waren we terug op de highway langs de zee. Nu was het eb en het strand was breed.
De pont kwam eraan, we moesten nog even wachten op wat andere auto's en de bootzwaluw nam het er ook even van.  Ondertussen werden de banden meteen weer op spanning gebracht, zodat we aan de overkant meteen konden doorrijden. Het was 15.00 uur.


Vaarwel Fraser Island.
We hadden graag meer gezien en beleefd: Eli Creek, het Maheno scheepswrak, de gekleurde rotsen van de Pinnacles, de Champagne Pools, om maar wat te noemen.


Toen we bij de camping kwamen voor de autowissel, werden we verrast door kangoeroes op het grote veld. Dat was de eerste keer dat wij kangoeroes zagen, dus het was een mooie afsluiter van deze dag.
Om 17.30 vertrokken we terug richting Noosa. Het mensen afzetten ging iets sneller dan ophalen. Ruim een uur later waren we thuis.




Kijk, we kunnen er een heel spannend en leuk verhaal van maken, maar eigenlijk zijn we het grootste deel van de dag in een omgebouwde militaire auto door elkaar gerammeld. Over strand en zandwegen was dat soms ook wel even leuk, maar het leverde veel stof op en we hebben veel te weinig van het eiland kunnen genieten. De afstand van Noosa naar Fraser Island is ook teveel voor een dagtocht. Al dat rijden, zonde van de tijd. You can't have it all. Soms valt het mee, soms valt het tegen. Na het vervallen van de overnachting met de extra dag hadden we niet veel anders verwacht. Wanneer je dat van je afzet valt er nog genoeg te genieten en dat hebben we ook gedaan. Maar  het was teleurstellend, temeer daar het de aanleiding was om naar Noosa te gaan. Fraser Island verdient meer aandacht. Voor ieder die het beter wil doen: ga op eigen gelegenheid, blijf een nacht ergens, huur een 4WD op het eiland en trek er zelf op uit!




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Terugblik op onze Australië-reis

Op een vakantiebeurs en aan de keukentafel zetten we met TravelEssence begin 2018 onze eerste stappen op een gedroomde reis naar Austr...