Het Tarzali Park biedt een groene parkachtige omgeving met mooie vijvers, het zeer gewaardeerde Tarzali Smoke House en de mogelijkheid om met een ranger op zoek te gaan naar de Platypus. Je hoeft alleen een kleine bijdrage te betalen, als je dit bijzondere dier ook echt gezien hebt. Terwijl we op de ranger wachtten, hadden we gelegenheid om even rond te kijken. Een purple swamphen was op zoek naar iets eetbaars, een willy wagtail had zojuist een insect weggewerkt, magpie larks hebben we gezien, maar mijn grootste vogelplezier beleefde ik aan de korte ontmoeting met een buff-banded rail (geelbandral), net lang genoeg in zicht voor een foto, voordat hij in het langere gras verdween.
En toen was het tijd voor ons platypus avontuur. Met de jonge ranger, die ons veel over de platypus kon vertellen, liepen we naar de eerste vijver waar de beek in uitkwam. Dit is dan wel een park, maar de dieren leven hier in het wild in natuurlijke omstandigheden, ze worden ook niet bijgevoerd. Garantie heb je nooit, maar wel een grote kans om hier het vogelbekdier te spotten, vooral als je veel en wat luid praat, want dan snapt het slimme beestje dat er geen gevaar van predatoren dreigt, aldus onze begeleider. Die predatoren bestaan hier vooral uit roofvogels. Het uur van de dag is niet van wezenlijk belang, want de platypus moet regelmatig even het kopje boven water steken om zuurstof tot zich te nemen. Dat beperkt zich niet tot de vroege ochtend of namiddag. We hadden geluk: we hebben verschillende vogelbekdiertjes boven water zien komen om even rond te zwemmen en dan weer snel de rug te bollen en onder te duiken.
In de grote bomen in het park was het een gekwetter en gefluit dat het een lieve lust was. O.a. deze black-faced cuckoo-shrike (Australische rupsvogel) kregen we in het vizier.
De geschiedenis van de houtwinning (timber) ligt ook ten grondslag aan het sfeervolle theehuis vanwaar onze boottocht vertrok. De kleinzoon van de stichters van dit theehuis was onze schipper en hij kon er mooi over vertellen, evenals over de flora en fauna van en rond het meer. Ik laat vooral de foto's het werk doen.
De meerkoeten ogen en acteren hetzelfde als bij ons, aalscholvers en eenden (in dit geval de Pacific black duck) zijn ook geen vreemde wezens, maar de vele waterdragons en de grote vrouwelijke eels, die vanuit zee hun weg omhoog moeten vinden en watervallen moeten overwinnen om in dit meer volwassen te worden, waren wel bijzonder. Voor de slangen was dit uur van de dag blijkbaar te warm om zich nog te laten zien; helaas, veilig uit een bootje had me dat wel leuk geleken. Dus genoten we maar weer van alles wat we wel zagen, de prachtige bomen, bloemen en dieren, die zich wel lieten zien.
Eastern Water Dragon, zoals je hem hier vaak kunt aantreffen: op een boomstronk in het zonnetje.
In de mooie tuin van het theehuis deden verschillende honingeters hun naam eer aan. De eastern spinebill liet zich hier iets beter fotograferen dan bij ons huis.
De Curtain Fig Tree, iets buiten Yungaburra. staat ook op de Werelderfgoedlijst. Het is dan ook een bijzondere en bijzonder indrukwekkende boom. Het gebeurt niet zo vaak, maar de boom waarop hij groeide, is bij een stevige storm omgewaaid en schuin tegen een andere boom blijven liggen. De neerhangende luchtwortels van de ficus vormen inderdaad een waar gordijn. Dankzij het feit dat de boom moeilijk bereikbaar en om te zagen was, heeft hij de status van beschermde toeristische trekpleister kunnen bereiken.
Kijk hoe nietig ik ben bij zo'n oude reus!
Terug naar Rose Gums via kleine landweggetjes en door het boerenland. Sommige mensen nemen de brug, anderen de weg door het water. Tijd voor een sundowner en barbecue op ons mooie terras.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten